
Sta er even bij stil: alles wat je maakt, doe je nooit echt alleen. Hoe beter je oplet, hoe meer je gaat zien dat al jouw creativiteit eigenlijk teamwork is. Het is een samenwerking met kunst die er al was vóór jou, en met kunst die na jou komt. Het is samenwerken met de wereld om je heen, met alles wat je hebt meegemaakt, met je tools, je publiek – en vooral met jezelf.
Tip 1: Laat je inspireren door anderen
Check het werk van artiesten, makers of schrijvers die je bewondert. Probeer te begrijpen wat jou raakt in hun werk en neem dat mee in je eigen proces. Maak bijvoorbeeld een moodboard of playlist die je inspiratie voedt.
Teamwork met jezelf
Jij bent ook een team. Soms voel je je super geïnspireerd, alsof de ideeën gewoon uit de lucht komen vallen. Maar dan zit je later achter je computer of met je schetsboek, en je denkt: wat is dit nou weer?. De dromerige, creatieve kant van jou wil iets groots maken, maar je ‘praktische ik’ kan dat idee niet altijd helemaal waarmaken. Dat is oké. Dit gevecht tussen idee en uitvoering hoort erbij. Kunst maken is geen exacte wetenschap – wat je maakt, is altijd een interpretatie.
Tip 2: Geef jezelf de ruimte
Leg niet meteen druk op jezelf om iets perfect te maken. Zet een timer voor 30 minuten en werk zonder te stoppen of na te denken. Laat daarna je "praktische ik" meekijken om te zien wat je kunt verbeteren.
Iedereen ziet iets anders
Als maker heb je meerdere rollen tegelijk. Het creatieve proces voelt soms als een discussie in je hoofd tussen al die kanten van jezelf. Maar uiteindelijk kom je samen ergens uit, en maak je iets wat klopt. Wat dan grappig is: zodra je werk af is en iemand anders ernaar kijkt, kunnen zij iets totaal anders zien dan jij. Misschien vind jij je werk super diepgaand, terwijl zij het gewoon tof vinden om hoe het eruitziet. En weet je wat? Dat is prima. Jullie hebben allebei gelijk – en ook weer niet.
Tip 3: Vraag om feedback
Laat je werk aan anderen zien en vraag wat het met ze doet. Luister goed, maar voel je niet verplicht om iets te veranderen. Gebruik feedback als extra laag in je eigen proces.
Het gaat om wat jij voelt
Het belangrijkste is dat jouw werk jou raakt. Als jij voelt dat het klopt, geeft dat anderen ook de ruimte om er iets mee te voelen. Misschien is het niet precies hetzelfde gevoel, maar dat maakt niet uit. Het gaat om de energie. Hoe sterk die binnenkomt, bepaalt hoe krachtig jouw werk overkomt.
Tip 4: Maak werk voor jezelf
Focus niet te veel op wat anderen vinden. Wat zou je maken als er geen publiek was? Laat dat je leidraad zijn en zie hoe het anderen raakt.
Creativiteit is nooit solo
Kunst is uiteindelijk gewoon een afspraak die we met elkaar hebben gemaakt over wat het betekent. En toch is die afspraak eigenlijk nergens op gebaseerd. Wat wél echt is: je maakt nooit iets helemaal alleen. Je staat altijd in verbinding met wat er al was, en wat er nog gaat komen. Hoe beter je je daarop kunt afstemmen, hoe meer je werk voor zichzelf gaat spreken – en dat is waar het allemaal om draait.
Tip 5: Blijf in beweging
Ga naar een museum, lees een boek, maak een wandeling, of luister naar muziek. Hoe meer input je hebt, hoe makkelijker het wordt om verbinding te maken met inspiratiebronnen – en je eigen werk te laten groeien.
Mooi verwoord!!!